Begraafplaatsen in eigendom verwerven?

Het Bestuur BBRI heeft in de loop van 2016 enkele keren gesproken over de mogelijkheid, al dan niet, om kloosterbegraafplaatsen in eigendom te verwerven en zorg te dragen voor het beheer, de instandhouding en het onderhoud (termijnen en voorwaarden nog nader overeen te komen). De besprekingen hebben nog niet tot een eenduidig resultaat geleid.

De voorkeur van het Bestuur BBRI is om eerst andere mogelijkheden te verkennen om de toekomstige eigendom en het beheer van begraafplaatsen met rechten en plichten over te dragen aan derden, bijvoorbeeld de koper van het klooster waarbij een begraafplaats ligt. Of: het al dan niet met andere religieuze instituten samen oprichten van een zelfstandige beheerstichting voor de begraafplaats(en).

Een andere mogelijkheid is om de formele / juridische eigendom van begraafplaatsen bij het religieus instituut te laten tot het overlijden van de laatste religieus van dat instituut. Daarna zal dan een administrator worden aangewezen, die de ‘erfenis’ van het religieus instituut gaat regelen, inclusief de begraafplaats(en).

Dan is het wel zaak om tijdig van tevoren goede afspraken te maken over beheer, instandhouding, onderhoud en toezicht door derden. De effectuering van die afspraken kan (veel) eerder vorm krijgen dan op de datum van overlijden van het langstlevende lid van het instituut. Het Bestuur BBRI kan ondersteunen bij de uitwerking daarvan en kan in de toekomst de toezichtrol invullen.

Als daarvoor geen reële mogelijkheden zijn, kan de Stichting BBRI in beeld komen als toekomstig eigenaar en beheerder van de begraafplaats(en). Het Bestuur BBRI zal later in 2017 de mogelijkheden daartoe nader verkennen en een definitief besluit nemen.

Een optie is om eerst de mogelijkheden te onderzoeken in een ‘case study’. Daarover voert het Bestuur BBRI nu verkennende gesprekken.